Op 30 september 2016 sloot het ‘aanjaagteam verwarde personen’ zijn werkzaamheden af. Tijd om de balans op te maken: waar heeft alle commotie over verwarde personen ons gebracht? Moeten we nog verder aanjagen? Kunnen we dit hoofdstuk nu sluiten, of is het tijd voor een nieuwe fase?
In dit artikel plaatsen we kanttekeningen bij de ‘hype’ rond ‘verwarde personen’. Maar we kijken ook naar de reële problemen die daaronder schuil gaan. En we staan stil bij de resultaten van één jaar aanjaagteam en de effecten daarvan op de landelijke politiek en in gemeenten. Ten slotte houden we een pleidooi om het roer definitief om te gooien en de komende jaren te werken aan een agenda van preventie, sociale inclusie en zelfregie, ofwel: versterking van de positie van kwetsbare, crisisgevoelige mensen op alle levensgebieden.
Het begon misschien wel met de cijfers over E33-meldingen, de code waarmee politieagenten incidenten met personen die verward of overspannen gedrag vertonen registreren. Het aantal E33-registraties is de afgelopen jaren flink gestegen en dat was begin 2015 aanleiding voor de politietop om alarm te slaan. De boodschap was duidelijk: de politie wilde niet langer opdraaien voor de onrust op straat die ontstaat omdat de maatschappelijke zorg voor kwetsbare personen niet goed functioneert. In dezelfde tijd kwam een reeks nare incidenten in het nieuws en dook de term ‘verwarde personen’ veelvuldig op in de media, waarbij de moord op Els Borst de meeste aandacht trok. Die laatste gebeurtenis maakte de kwestie van verwarde personen tot een politiek uiterst gevoelig probleem. Dus moest er daadkracht getoond worden: het aanjaagteam verwarde personen ging aan de slag.