Na zeven jaar neemt Joke de Kock afscheid als voorzitter van de NVVK, de branchevereniging van schuldhulpverleningsorganisaties. Turbulente jaren, met een nieuwe wet, veel onderzoek en grote publieke aandacht. Maar ook met meer mensen in de schulden en een moeilijk tembare bureaucratie.
Tijdens de algemene ledenvergadering van de NVVK op 9 mei droeg Joke de Kock de voorzittershamer over aan Marco Florijn. De Kock blikt terug: ‘In deze afgelopen jaren is er veel gebeurd. Het aantal mensen met schulden is toegenomen, en de complexiteit van de schulden is groter geworden. Maar er zijn ook andere groepen mensen in de schulden terecht gekomen, groepen die we voorheen nooit zagen. Positief is dat we goede afspraken hebben kunnen maken met schuldeisers. En er wordt gelukkig anders tegen schulden aangekeken. Aan de andere kant valt er nog een boel werk te verzetten.’ Voordat het to do-lijstje aan bod komt, laat De Kock de afgelopen jaren de revue passeren.
Schuldenaren
‘Toen ik zeven jaar geleden als voorzitter begon, waren het vooral de langdurige minima die schulden kregen. De uitkeringen stijgen niet met mee met de verhogingen van allerlei vaste lasten. Die verhoudingen worden steeds schever en dat kun je niet lang volhouden. Maar door de crisis is er een nieuwe groep bijgekomen. Mensen die hun baan verloren, soms goede banen, en die hun financiële verplichtingen niet meer konden nakomen. Huizen die onder water kwamen te staan, die je niet kon verkopen, maar waarvoor wel maandelijks de hypotheek moet worden betaald. Daardoor is een hele nieuwe groep schuldenaren ontstaan, mensen die daarvoor ook nooit hadden gedacht om in die situatie terecht te komen.’ Voor deze nieuwe groep moest de NVVK naar oplossingen zoeken. De Kock: ‘Uiteindelijk is dat gelukt door samen met de grootste hypotheekverstrekkers afspraken te maken. Net als met de andere schuldeisers waarmee we convenanten en afspraken hebben, hebben beide partijen belang bij een goede oplossing van de schuld. Klopt er bij ons iemand aan met een betalingsprobleem voor zijn hypotheek, dan kunnen wij dat nu melden bij de hypotheekverstrekker. Uitgangspunt is dat er samen gezocht wordt naar een oplossing waarbij de betrokkene zijn huis niet hoeft te verlaten. Gelukkig heeft deze samenwerking zijn vruchten afgeworpen. Ook in preventieve zin, de banken kijken nu veel diepgaander naar de financiële risico’s die de klant loopt bij het aangaan van een hypotheek.’