In hoeverre zijn er verschillen in de hoogte en de ontwikkeling van het inkomen van werknemers die zich langdurig in de flexibele schil bevinden, in vergelijking met het inkomen van flexwerkers die zijn doorgestroomd naar vast werk? We kijken daarbij naar de samenstelling van de instromers naar leeftijd en opleidingsniveau en de bedrijfstak waarin zij werkzaam zijn.
Werknemers die in de flexibele schil verblijven, hebben een flexibele baan of zitten kortstondig zonder werk tussen twee flexbanen in. Zij hebben minder baanzekerheid en daardoor minder inkomenszekerheid dan werknemers met een vaste baan. Voor sommige werknemers is de flexibele baan een opstap naar een vaste baan. Voor anderen betekent het een opeenvolging van tijdelijke contracten. In het ongunstigste geval stromen werknemers uit naar een situatie zonder werk en geen uitkering. Het inkomen van werknemers in de flexibele schil wordt beïnvloed door verschillende factoren. Flexwerkers verdienen gemiddeld een lager loon dan vaste werknemers. Ze werken vaak minder uren en maken vaker een periode door zonder werk. Daarnaast hangt het inkomen onder andere samen met leeftijd, opleiding en de bedrijfstak waarin flexwerkers werkzaam zijn.
Dit artikel beschrijft de hoogte en de ontwikkeling van het persoonlijk inkomen van werknemers, die in 2012 zijn ingestroomd in de flexibele schil (geen onderwijs volgend), gedurende 2012 tot 2015 in samenhang met de arbeidsmarktpositie waarnaar zij zijn uitgestroomd en de achtergrondkenmerken leeftijd, opleidingsniveau en bedrijfstak waarin zij werken.
In 2012 stroomden 686 duizend personen die geen onderwijs volgden de flexibele schil in. Drie jaar later zit 19 procent nog steeds in de flexibele schil. Een kwart is uitgestroomd naar een vast dienstverband, 7 procent naar een baan als zelfstandige, 20 procent naar de arbeidsmarktsituatie zonder werk en zonder uitkering en 29 procent naar een uitkeringssituatie zonder werk.