Drie recente uitspraken laten zien dat de beide hoogste bestuursrechtelijke colleges verschillend denken over de inzet van opsporingsmiddelen. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Centrale Raad van Beroep zien zowel de legitimiteit als de wettelijke basis verschillend. Dat vraagt om verduidelijking.
Zoek de verschillen tussen de volgende drie uitspraken. Als eerste die van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS), over het beëindigen van de permanente bewoning van een recreatiewoning, waarbij de toezichthouder een fotocamera inzette1: ‘Gelet op het aantal, de frequentie en de intensiteit van de observatie en fotografie vormen deze waarnemingen een inbreuk op het recht op privéleven. Een dergelijke inbreuk moet gelet op artikel 8 tweede lid van het EVRM een wettelijke grondslag hebben. Artikel 5.2 eerste lid onder a. en b. van de Wabo biedt daarvoor een voldoende toegankelijke en voorzienbare wettelijke grondslag.’ De Afdeling vindt de inbreuk op het privéleven gerechtvaardigd, omdat het ging om kortdurende waarnemingen in een beperkte periode, vanaf de openbare weg. Om het bestemmingsplan te kunnen handhaven, dient de toezichthouder immers gegevens te verzamelen. Voor de volledigheid: het ging om achttien controles over een periode van twee maanden.
Meer de Centrale Raad van Beroep (CRvB) zegt iets heel anders over de inzet van een camera2 (op zes achtereenvolgende dagen) en een peilbaken3 (over een periode van twee maanden) als opsporingsmiddel:
‘De inbreuk die met de inzet van het peilbaken (Noot GS: en de camera in de andere zaak) op het recht op privéleven wordt gemaakt, is overeenkomstig artikel 8 EVRM eerste lid, alleen dan toegestaan indien deze berust op een voldoende duidelijke en voorzienbare wettelijke grondslag. De algemeen geformuleerde bepaling (van artikel 53a PW) vormt geen nauwkeurige wettelijke basis die voldoet aan de eisen die het EHRM daaraan stelt, evenmin als titel 5.2. van hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dat doet.’ De CRvB acht de inzet van camera en peilbaken dan ook ontoelaatbaar.