Het is van groot belang dat werkzoekenden met een werkloosheidsuitkering gemotiveerd naar werk (blijven) zoeken. UWV zet daarom gedragswetenschappelijk onderzoek in naar de drijfveren die mensen hebben om naar werk te zoeken. Met de resultaten hiervan kunnen we mensen gericht motiveren.
UWV heeft als kerntaak om mensen te stimuleren om aan het werk te blijven of nieuw werk te vinden. Daar wordt onder andere invulling aan gegeven met de sollicitatieplicht: werkzoekenden met een WW-uitkering (WW’ers) zijn verplicht om vier sollicitatieactiviteiten per vier weken te ondernemen. Dit is bijvoorbeeld het schrijven van een sollicitatiebrief, het voeren van een netwerkgesprek of het bezoeken van een bijeenkomst. Bij WW’ers ligt de focus vooral op het vergroten van het aantal sollicitatieactiviteiten. Wetenschappelijke literatuur laat echter zien dat niet alleen de kwantiteit maar ook de kwaliteit van werkzoekgedrag een grote rol speelt bij het vinden van werk.1 Hoe kan de kwaliteit van het werkzoekgedrag van WW’ers verbeterd worden?
Werkplan
Op basis van diverse gedragsinzichten – autonomie verhogen2, doelen stellen3 en feedback geven4 is er een nieuw onderdeel binnen de dienstverlening van de WW ontwikkeld: het persoonlijk werkplan. WW’ers worden uitgenodigd om in een werkplan zelf doelen op te stellen en deze te vertalen naar concrete acties. Zij krijgen dit werkplan in de tweede week van hun werkloosheid aangeboden via een taak in hun online Werkmap op werk.nl.