Werkgevers die mensen met een arbeidsbeperking in dienst hebben, kunnen bij ziekte van deze medewerker een beroep doen op de no-riskpolis. Van de regeling wordt minder gebruik gemaakt dan zou kunnen. Dit blijkt uit onderzoek van UWV.
De no-riskpolis is een regeling die werkgevers compenseert voor de verplichting om bij ziekte van een werknemer het loon door te betalen. Het doel van de polis is om het werkgevers makkelijker te maken om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen of te houden.
Wanneer doen werkgevers een beroep op de no-riskpolis als een werknemer zich ziek meldt? Hierover is nog weinig bekend. Aan de hand van UWV-cijfers over het aantal Ziektewet-uitkeringen in 2015 en 2016 op grond van de no-riskpolis brengen we het gebruik ervan door werkgevers in kaart voor vier groepen werkenden met een arbeidsbeperking. Het gaat om werkenden met een uitkering voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), een uitkering voor de regeling Werkhervatting gedeeltelijke arbeidsgeschikten (WGA), een uitkering voor de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en werkenden die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn beoordeeld voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de WIA 35-minners. In de afgelopen vijf jaar verstrekte UWV jaarlijks tussen de 35.000 en 45.000 Ziektewet-uitkeringen no-riskpolis. Hiervan nemen de vier onderzochte groepen 85 tot 90 procent voor hun rekening.