Ervaringsdeskundigheid bij de aanpak van schulden: gaat het werken?

De laatste tijd komt er steeds meer aandacht voor ervaringsdeskundigheid bij de aanpak van schulden. In dit artikel [1] gaan we in op de meerwaarde, randvoorwaarden en professionalisering van ervaringsdeskundigen. We doen dat aan de hand van de vraag: hoe kan de inzet van ervaringsdeskundigheid bij de aanpak van schulden gaan werken?

DOOR Marjolein Odekerken, Monique Stavenuiter en Micky Out

De inzet van ervaringsdeskundigen op het gebied van schuldhulpverlening, en ook sociaal domein breed, staat in een toenemende belangstelling. In recente publicaties is aandacht voor de positie van ervaringsdeskundigen, de werking van ervaringsdeskundigheid en rol van ervaringsdeskundigen als onderzoeker (Bunt & Odekerken 2019; Bunt & Odekerken 2020; Keuzenkamp, Van Hoorn & Van der Meulen 2020, Van der Meulen e.a. 2021, Andriessen & Van der Naaten 2020). Volgens Keuzenkamp is de rol van ervaringsdeskundigen aanvullend op reguliere hulpverlening (Keuzenkamp 2017). Toch worden ervaringsdeskundigen bij de aanpak van schulden niet op grote schaal ingezet. Veel ervaringsdeskundigen in dit domein zijn nog aan het pionieren en proberen hun belang duidelijk te maken. 

Ook in politiek Den Haag wint het thema aan populariteit. Recente kamerbrieven benoemen de inzet van ervaringsdeskundigen. Het kabinet is van mening dat de inzet van ervaringsdeskundigen bijdraagt aan een versterking van het armoede- en schuldenbeleid: de wereld van de professional en van de doelgroep zijn beter te verbinden door ervaringsdeskundigen in te zetten.[2] Het ministerie van SZW ondersteunt het vakmanschapsprogramma Schouders Eronder, waarin ook aandacht is voor de inzet van ervaringsdeskundigheid in de schuldhulpverlening.[3] 

Definitie ervaringsdeskundigheid

Er zijn verschillende definities van ervaringsdeskundigheid in omloop. Ook is er verschil in de manier waarop iemand zijn of haar ervaringen kan inzetten. Een belangrijk onderscheid is er tussen ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid (De Gruijter 2019). Ervaringsdeskundigheid is een veel breder begrip dan ervaringskennis. Iedereen met ervaring op een bepaald onderwerp heeft ervaringskennis, maar ervaringsdeskundigheid overstijgt de individuele en persoonlijke ervaring. Ervaringsdeskundigen ontsluiten ook de kennis en de ervaringen van anderen. Ze zijn in staat om te reflecteren op de eigen ervaringen en deze vervolgens met de ervaringen van anderen te verbinden, waardoor anderen profijt hebben van de gedeelde ervaringen (De Gruijter 2019, Nederland, Duyvendak & Brugman 2003). De term ervaringsdeskundigen wordt gebruikt voor mensen die een formele opleiding of training hebben gevolgd. 

Ervaringswerkers zien zichzelf niet als vrijwilliger en willen een vergoeding voor hun werk.

Meerwaarde ervaringsdeskundigheid

In haar oratie ging Keuzenkamp (2017) in op de meerwaarde van ervaringsdeskundigen bij de aanpak van armoede en schulden. De ervaringsdeskundige kan in contact met de cliënt meerdere rollen vervullen en bijvoorbeeld hoop op vooruitgang bieden of een rolmodel zijn. Daarnaast kan de ervaringsdeskundige de professionals ondersteunen. Ervaringsdeskundigen kunnen professionals adviseren over een bepaalde aanpak en waarom iets wel of niet zal werken. Tot slot kunnen ervaringsdeskundigen een toegevoegde waarde hebben in de ‘systeemwereld’, omdat ze zich kunnen verzetten tegen mogelijke betutteling door professionals en beleidsmakers. 

Er is nog weinig bekend over de effecten van ervaringsdeskundigen op het gebied van schuldhulpverlening. Volgens Keuzenkamp is er sprake van een kennislacune en is nader onderzoek nodig om de effecten van ervaringsdeskundigen te achterhalen. Grootschalige effectstudies ontbreken vooralsnog. In dit licht is het van belang te vermelden dat momenteel een breed consortium het onderzoek ‘Eerder uit de schulden: wat werkt?’ doet naar de effectiviteit van interventies op het terrein van schulden. Eén van deze interventies betreft de inzet van ervaringsdeskundigheid.[4] 

Extra huishoudens bereiken 

Wel is er enig kwalitatief onderzoek gedaan naar de inzet van ervaringsdeskundigheid bij de bestrijding van armoede en schulden. In 2011 evalueerde het Verwey-Jonker Instituut de zogenoemde STA-teams (Samen Tegen Armoede teams) in Roosendaal. Deze STA-teams maakten gebruik van de ervaringsdeskundigheid van mensen uit de doelgroep zelf. Ervaringsdeskundigen gingen langs de deuren en boden een luisterend oor en een steuntje in de rug aan mensen in een armoede- en schuldensituatie. De STA-teams konden op die manier huishoudens bereiken die eerder niet of nauwelijks in beeld waren bij de gemeente. Uit het onderzoek blijkt dat de STA-teams de maatschappelijke participatie bevorderden, dat minima zich gehoord voelden en dat de aanpak informatie opleverde voor toekomstige beleidsvorming (Van der Klein 2011).

Werkzame factoren 

In een artikel in Sociaal Bestek uit 2018 staat dat ervaringswerkers die kunnen werken de cirkel van armoede en sociale uitsluiting kunnen doorbreken. Professionals die met ervaringswerkers werken, in teams of in duo’s, krijgen nieuwe inzichten.

In 2018 voerde het landelijk coördinatiepunt Ervaringsdeskundigheid in armoede en sociale uitsluiting (EDASU) samen met de Hogeschool van Amsterdam, de Hanzehogeschool en de Hogeschool Utrecht onderzoek uit naar de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid bij de aanpak van armoede en sociale uitsluiting. In dit onderzoek kwamen de volgende werkzame factoren naar voren: 1) verbinding maken tussen de systeemwereld en de belevingswereld; 2) een brugfunctie vervullen naar de professional; 3) een vertrouwensband opbouwen tussen de ervaringsdeskundige en de cliënt; 4) een kritische blik, waar o.a. professionals en het team van kunnen leren; en 5) kennis van financiële vraagstukken die zij kunnen delen met de cliënt (Nijboer & Karbouniaris 2018).

In 2020 publiceerde Movisie een onderzoek naar de meerwaarde van ervaringsdeskundigen in het sociaal domein (Van Hoorn, Keuzenkamp en Van der Meulen 2020). Hiervoor spraken de auteurs met 29 ervaringswerkers uit verschillende sectoren, waaronder vier ervaringswerkers met kennis van schuldhulpverlening en armoede. De ervaringswerkers zagen hun meerwaarde vooral in het contact met klanten. Zij weten op een andere manier, en vanuit een andere rol, contact te maken met de doelgroep. De ervaringswerkers sluiten aan bij de leefwereld van de klant. De ervaringswerkers denken ook dat zij het gedrag van klanten beter kunnen interpreteren en waarderen, omdat ze zelf in een soortgelijke situatie hebben gezeten. 

Verschillende rollen

In een artikel in Sociale Vraagstukken,  pleiten Keuzenkamp, Van Hoorn en Van der Meulen (2020) voor een doordachte aanpak van de inzet van ervaringsdeskundigen in organisaties in het sociaal domein (waaronder schuldhulpverlening of bij een gemeente). Zij onderscheiden drie belangrijke rollen die een ervaringswerker idealiter vervult: de rol van hoopverschaffer of rolmodel, de rol van bruggenbouwer tussen klant en organisatie, en tenslotte de rol van gids naar collectieve ervaringskennis. De auteurs concluderen dat met name de eerste rol van ervaringsdeskundigen goed uit de verf komt. Het lukt nog niet goed om de andere twee rollen, die van bruggenbouwer en de gidsrol naar collectieve ervaringskennis goed vorm te geven. Hiervoor zijn professionalisering en inbedding in de organisatie waarvoor ervaringsdeskundigen werken, belangrijke randvoorwaarden. 

De rol van bruggenbouwer wordt veel genoemd als meerwaarde van de inzet van ervaringsdeskundigen.

In een ander artikel in Sociale Vraagstukken, beschrijven Bunt en Odekerken (2020) hoe vijf ervaringsdeskundigen – die werkzaam zijn in de armoede- en schuldenproblematiek – de rollen van bondgenoot, hoopverschaffer/rolmodel, bruggenbouwer en kritisch adviseur in de praktijk terugzien, tegen welke dingen zij aanlopen en wat hieruit valt te leren. Ervaringsdeskundigen weten zelf hoe het is om in armoede te leven waardoor zij gemakkelijker vertrouwen weten te winnen. Ook kunnen ze fungeren als rolmodel en belichamer van hoop. Ervaringsdeskundigen kweken bij professionals begrip voor de situatie en het gedrag van de mensen in armoede die zij proberen te helpen. Bovendien kunnen ze op basis van hun kennis over de leef- en belevingswereld van mensen in armoede, organisaties adviseren over aanpassingen in beleid en werkprocessen. Vooral de rol van kritisch adviseur wordt nog niet door alle ervaringsdeskundigen vervuld. Sommige ervaringsdeskundigen geven aan dat ze zich er minder prettig bij voelen. Of omdat er bij organisaties nog weinig ruimte voor is om deze rol op zich kunnen nemen.  

Verschillende effecten 

Onlangs (maart 2021) publiceerde Movisie een onderzoek naar de rol en meerwaarde van ervaringsdeskundigen in sociale wijkteams (van der Meulen e.a., 2021). Zij constateren dat de ervaringsdeskundigen verschillende effecten bij de cliënten teweeg brengen. De onderzoekers benadrukken dat de conclusies met enige voorzichtigheid moeten worden gehanteerd omdat het om een verkennend onderzoek gaat. Er zijn aanwijzingen dat cliënten dankzij de inzet van ervaringsdeskundigen (eerder) zonder de reguliere formele zorg en ondersteuning verder kunnen. Hierbij werkt de voorbeeldfunctie van de ervaringsdeskundige stimulerend. Daarnaast zien de onderzoekers aanwijzingen dat er bij cliënten minder snel sprake is van uitval uit de reguliere ondersteuning. Dit komt waarschijnlijk omdat zij zich meer gezien en begrepen voelen. Ook kunnen ervaringsdeskundigen soms eraan bijdragen dat een impasse wordt doorbroken waar een generalist met een cliënt niet uit komt. 

De onderzoekers stellen dat de inzet van ervaringsdeskundigen lijkt bij te dragen aan empowerment van de cliënten. Die gaan er weer meer op vertrouwen dat ze het ook zelf kunnen, ze worden meer gestimuleerd in het vinden van handelingsstrategieën die bij hen passen en waarin ze geloven. Ten slotte constateren ze dat de ervaringsdeskundigen ook effect hebben op de generalisten. Generalisten zouden meer vanuit het cliëntperspectief zijn gaan redeneren en de inbreng van ervaringsdeskundigen leidt tot meer begrip voor de cliënten (omdat zij met meer ‘coulance’ worden bejegend). Ook veranderden generalisten soms hun manier van benaderen als gevolg van feedback en advies van de ervaringsdeskundigen. Ze waren bijvoorbeeld meer confronterend, deelden meer hun eigen ervaringen en toonden de eigen kwetsbaarheid (van der Meulen, e.a., 2021, p.36-37). 

Opleiding 

Sinds 2016 hebben vier opleidingen de krachten gebundeld in een landelijk coördinatiepunt Ervaringsdeskundigheid in armoede en sociale uitsluiting (EDASU).[5] Mensen die van generatie op generatie in armoede zijn opgegroeid worden opgeleid om als ervaringsdeskundigen de brug te slaan naar zowel mensen in armoede als naar hulpverleners. De methode waarop de EDASU-opleiding is gebaseerd, is afkomstig uit België. In België werken professionals al veel langer met de inzet van ervaringsdeskundigen om sociale uitsluiting te doorbreken. In Nederland wordt de EDASU-opleiding in Amsterdam, Eindhoven, Utrecht en Groningen/Drenthe gegeven. De opleiding is per regio aangepast op de lokale aanpak. 

In 2018 is een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de EDASU-opleiding. Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in de ervaringen van deelnemers met de opleiding en in het werkveld. Uit de resultaten blijkt dat de EDASU-opleiding in Nederland nog sterk in ontwikkeling is. Met name de rol en de positionering van de ervaringsdeskundige in het werkveld is nog onduidelijk. De onderzoekers doen de aanbeveling om functies in andere domeinen (waaronder schuldhulpverlening, dagbesteding en buurt- en jeugdzorg) nader te bestuderen om meer onderscheid te kunnen maken in verschillende functieprofielen (Nijboer & Karbouniaris 2018).

Uit onderzoek blijkt dat de cliënten tevreden zijn over de ontvangen begeleiding door de ervaringsdeskundigen.

Regionale variant 

In de regio Oost-Groningen is het project Sterk uit Armoede gestart waarbij met opgeleide ervaringsdeskundigen wordt gewerkt. De ervaringsdeskundigen volgen een tweejarige opleiding en werken samen met een professional – in een duo – om cliënten beter te bereiken en te begeleiden. Deze opleiding is een regionale variant van de EDASU-opleiding. Uit onderzoek van de Hanzehogeschool Groningen uit 2017 blijkt dat de cliënten tevreden zijn over de ontvangen begeleiding door de ervaringsdeskundigen. Ook de ervaringsdeskundigen benadrukken dat zij het project positief ervaren en dat met de gehanteerde aanpak mensen in armoede beter worden bereikt. Sommige ervaringsdeskundigen ervaren hun positie tussen de cliënt en professional als eenzaam. Ervaringsdeskundigen willen graag voor het hele team inzetbaar zijn ’naast dat zij in een vast duo werken. De professionals hebben de kloven tussen zichzelf en de mensen in armoede ervaren en benoemen dat de ervaringsdeskundige een grote rol speelt in het vertalen van de leefwereld van de cliënt naar professional (Jansen & Willekes 2017).  

Uit de kosten-batenanalyse blijkt dat elke geïnvesteerde euro minimaal € 1,60 oplevert voor de maatschappij.

Veranderen van mechanismen

Sterk uit Armoede [6] heeft recent een Impactonderzoek en Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse laten uitvoeren door Alexander Impact (2021). De impact van de opleiding op ervaringsdeskundigen zelf laat zien dat er met name sprake is van een stijging in eigenwaarde, het (eerder) grijpen van kansen, een positieve impact op directe omgeving, het herkennen en veranderen van oude mechanismen en meer regie over het eigen leven. Ook is met dit onderzoek de meerwaarde van de inzet van ervaringsdeskundigen in kaart gebracht. Hierbij komt met name naar voren dat ervaringsdeskundigen makkelijker contact leggen met de doelgroep, er aandacht is voor preventie/signalering, het beleid en hulpverlening beter aansluit op de praktijk/de doelgroep, ervaringsdeskundigen de probleemstelling van de doelgroep beter formuleren en ze de taal van de doelgroep spreken.[7] Uit de kosten-batenanalyse komt naar voren dat voor elke euro die is geïnvesteerd in de werkwijze van Sterk uit Armoede, de maatschappij de volgende waarde ervoor terugkrijgt: € 1,60 (ondergrens), € 3,00 (conservatief) en € 4,82 (bovengrens).[8] 

Inbedding in organisaties

Een succesvolle inzet van ervaringsdeskundigen op het gebied van schuldhulpverlening valt of staat met hoe een organisatie dat inricht. Het is niet voldoende alleen een ervaringsdeskundige op te nemen in het team. Een goede introductie in de organisatie is daarbij van groot belang. Daarbij valt te denken aan het bespreken van wederzijdse verwachtingen, maar ook de mogelijke valkuilen en bezwaren in een team. Professionals zien soms de meerwaarde niet, of voelen zich aangevallen door kritiek van ervaringsdeskundigen. Professionals kunnen het idee hebben dat de ervaringsdeskundige hun plek inneemt. Daarom is het goed om van tevoren het gesprek aan te gaan over wederzijdse verwachtingen (Bunt & Odekerken 2019).

Organisaties moeten zich afvragen waarom ze ervaringsdeskundigen aan willen nemen. Een organisatie moet bereid zijn zich aan te passen aan de komst van een ervaringsdeskundige én er moet binnen de organisatie voldoende draagvlak voor zijn. Voor de ervaringsdeskundige zelf vergt het ook aanpassingsvermogen. Iemand moet zich binnen een organisatie staande weten te houden, ook wanneer niet iedereen overtuigd is van de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid. De gemeente Utrecht, die sinds 2019 twee ervaringsdeskundigen in haar team heeft, heeft daarom bewust niet één maar twee ervaringsdeskundigen aangenomen. Ook heeft de gemeente een uitgebreid inwerkprogramma en een persoonlijke coach beschikbaar gesteld (Bunt & Odekerken 2019). 

Organisaties die aan de slag willen met de werving van ervaringsdeskundigen in armoede, doen er goed aan om vooraf stil te staan bij de rollen die zij ervaringsdeskundigen willen laten vervullen. Dat helpt bij het vinden van de juiste persoon, die deze rollen wil en kán uitvoeren. Voor organisaties die het ervaringswerk een stevige basis willen geven binnen de organisatie, zou een onafhankelijke coach die ervaringsdeskundigen kan ondersteunen of het aanstellen van een senior ervaringswerker als kwartiermaker een goede manier kunnen zijn (Bunt & Odekerken, 2020).  

Tot slot

De verwachtingen van de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid op het gebied van schuldhulpverlening zijn hoog. Omdat er nog geen effectstudies zijn, is het lastig om hier al harde conclusies aan te verbinden. De meeste onderzoeken zijn kwalitatief van aard en gaan vooral over de rol van de individuele ervaringen van de ervaringsdeskundigen. Alhoewel persoonlijke ervaringen zeer waardevol zijn en een idee geven over de verwachte effecten en werkzame elementen van ervaringsdeskundigheid, zijn de resultaten niet gebaseerd op grootschalige effectstudies. Dat neemt niet weg dat we uit de beschikbare literatuur een aantal belangrijke werkzame elementen kunnen halen. 

De ervaren meerwaarde van ervaringsdeskundigen ligt vooral in het contact dat zij kunnen maken met de cliënt. Ze kunnen bijdragen aan het empowerment van de cliënt. Ervaringsdeskundigen kunnen makkelijker aansluiten bij de leefwereld van de cliënt en zijn eerder in staat het gedrag van een cliënt in perspectief te stellen. Ervaringsdeskundigen weten ook als geen ander waar er in een traject kansen en knelpunten liggen. Bovendien is de ervaringsdeskundige er niet alleen voor de cliënt, maar ook voor de professional. De ervaringsdeskundige kan een belangrijke brugfunctie vervullen tussen de leefwereld van mensen in schulden en de systeemwereld van organisaties waarmee zij te maken hebben. 

Recent onderzoek van de Universiteit van Amsterdam [9] stelt dat gedeelde levenservaringen er ook voor kunnen zorgen dat een ervaringsdeskundige juist minder inzicht heeft in de emoties van de ander. Gedeelde ervaringen kunnen ons nader tot elkaar brengen, maar ons ook weer blind maken voor hoe de ander zich voelt. Dit onderschrijft het belang van de bevindingen uit de hierboven genoemde onderzoeken. Namelijk dat ervaringsdeskundigheid moet uitstijgen boven het niveau van de individuele persoonlijke ervaringen. Hiervoor is professionalisering (in de vorm van een opleiding, training of begeleiding) én inbedding in de organisaties waarvoor ervaringsdeskundigen werken, een vereiste.

Marjolein Odekerken is senior onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut, Monique Stavenuiteris daar ook senior onderzoeker en Micky Out is er junior onderzoeker.

Literatuur

Alexander Impact (2021). Impactonderzoek en maatschappelijke kosten-baten analyse Sterk uit Armoede. 

Andriessen, S. & Naaten, E. van der (2020). Ervaringsdeskundige onderzoekers verbeteren zorg- en dienstverlening. Meetellen vult blinde vlek. Sociaal Bestek, 82(4), 42–43.

Bunt, S. & Odekerken, M. (2019). Positie van ervaringsdeskundigen armoede nog volop in ontwikkeling. Sociaal Bestek, 81(4), 40-43.

Bunt, S. & Odekerken, M. (2020). Hoe ervaringsdeskundigheid werkt. Sociale vraagstukken, 17 juni 2020.

Gruijter, M. de, e.a. (2019). Vragen en antwoorden over het inzetten van ervaringsdeskundigheid van mensen met een chronische ziekte of beperking. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Hoorn, E. van, Keuzenkamp, S. & Meulen, M. van der (2020). Ervaringswerk in het sociaal domein. Over pionieren en kwartier maken. Utrecht: Movisie.

Jansen, F. M. & Willekes, K. M. (2017). Sterk uit Armoede: Praktijkgericht onderzoek naar de ervaringen van de betrokken partijen. Hanzehogeschool Groningen, Academie voor sociale studies, Sociaal pedagogische hulpverlening. 

Keuzenkamp, S. (2017). Wat werkt en wie werkt? De rol van ervaringsdeskundigen bij de aanpak van armoede en schulden. Vrije Universiteit Amsterdam: oratie

Keuzenkamp, S. Hoorn, E. van & Meulen, M. van der (2020). Ervaringswerkers zijn er wel, maar ze zijn er nog niet. Sociale Vraagstukken, 10 juni 2020.

Klein, M. van der e.a. (2011). Mooi werk met de minima. Sociale activering en participatiebevordering door de STA-teams in Roosendaal 2009-2011. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Meulen, M. van der e.a. (2021). De rol en meerwaarde van ervaringsdeskundigen in sociale wijkteams. Een onderzoek in Utrechtse buurtteams. Utrecht: Movisie.

Nederland, T. e.a. (2017). Samen innoveren Eindverslag evaluatieonderzoek Programma Kwaliteit van de Samenleving. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut, Movisie, Nivel.

Nederland, T., Duyvendak, J.W. & Brugman, M. (2003). Belangenbehartiging door de patiënten- en cliëntenbeweging. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Nijboer, C. & Karbouniaris, S. (2018). Landelijke Evaluatie EDASU Opleidingen. EDASU i.s.m. Hogeschool Utrecht/Kenniscentrum Sociale Innovatie. Lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning.

Stavenuiter, M., Nederland, T., & Van den Toorn, J. (2017). Voor het evenwicht van 

kwetsbare inwoners. Deelonderzoek effectevaluatie van het programma Kwaliteit van de Samenleving. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Noten

[1] Dit artikel is gebaseerd op een literatuurstudie dat onderdeel is van een grootschalig onderzoek ‘Eerder uit de schulden: wat werkt?’. Het onderzoek loopt van mei 2020 tot mei 2023. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een breed consortium: Bureau Bartels, Centraal Bureau voor de Statistiek, Hogeschool Utrecht, Verwey-Jonker Instituut, zes gemeenten (Amsterdam, Arnhem, Deventer, Gouda, Haarlem en Utrecht), Save the Children en Valente. Het onderzoek wordt gefinancierd door NWO met betrokkenheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van de NWA ronde Schulden en Armoede. 

[2] https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/armoedebestrijding/documenten/kamerstukken/2020/12/04/kamerbrief-met-reactie-intensivering-armoede-en-schuldenaanpak-en-stand-van-zaken-diverse-moties;https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/09/28/intensivering-armoede–en-schuldenaanpak.

[3] Schouders Eronder is een samenwerkingsverband van Divosa, Landelijke Cliëntenraad, NVVK, Sociaal Werk Nederland en de VNG. 

[4] Verwey-Jonker Instituut voert in de loop van 2021 onderzoek naar de effectiviteit van ervaringsdeskundigheid uit.

[5] https://edasu.nl/wp-content/uploads/2018/11/Leerplan-EDASU-def.pdf 

[6] Expertisecentrum van ervaringsdeskundigen in generatiearmoede en sociale uitsluiting.

[7] Voor dit onderzoek zijn 9 ervaringsdeskundigen en 17 vertegenwoordigers van organisaties bevraagd.

[8] Ondergrens: alleen kwantitatief bepaalde effecten zijn meegenomen; conservatief: kwalitatief onderbouwde effecten zijn met grote voorzichtigheid meegenomen en bovengrens: kwalitatief onderbouwde effecten zijn meegenomen. 

[9] https://www.uva.nl/shared-content/faculteiten/nl/faculteit-der-maatschappij-en-gedragswetenschappen/nieuws/2020/10/gedeelde-ervaringen-kunnen-blind-maken-voor-emoties-van-de-ander.html 

Ook interessant om te lezen:

Er zijn geen berichten gevonden

Inloggen


Sluit venster