Het aantal burgers met problematische schulden stijgt. Het hebben van problematische schulden belemmert sociale participatie en leidt tot hoge maatschappelijke kosten. Veel gemeenten maken momenteel plannen voor de schuldhulpverlening in de komende beleidsperiode (2016-2020). De ervaringen van burgers leveren hiervoor essentiële ingrediënten.
De schuldenproblematiek in Nederland groeit. In 2015 heeft één op de vijf huishoudens te maken met risicovolle schulden of problematische schulden. In 2012 was dit nog één op de zes huishoudens. In 2015 heeft 83 procent van deze huishoudens (nog) geen hulp gezocht bij het oplossen van de schulden.1 Ze zijn ‘onzichtbaar’ voor hulpverlenende instanties. Mensen ervaren drempels om hulp te vragen. Enerzijds uit schaamte. Schulden zijn een gevoelig gespreksonderwerp. Anderzijds doordat mensen niet precies weten wat ze bij de hulp kunnen verwachten. Zij denken dat schuldhulpverlening alleen geboden wordt aan ‘zware gevallen’, een groep waartoe zij zichzelf niet rekenen. Mensen wachten daarom lang voordat zij hulp zoeken. Gemiddeld hebben mensen die zich melden voor hulp bij schulden een forse schuldenlast: 38.500 euro schuld, verspreid over 14 schuldeisers.2
Oorzaken
Schulden komen in alle lagen van de bevolking voor en worden veroorzaakt door een combinatie van financiële keuzes, gedrag en omstandigheden. Mensen met lage inkomens zijn een belangrijke risicogroep. Zij hebben weinig spaargeld om financiële tegenslagen op te vangen. Maar ook mensen met hogere inkomens kunnen met schulden te maken krijgen. Gebeurtenissen in het leven zoals echtscheiding, werkloosheid en ziekte hangen vaak samen met het ontstaan van schulden. Het kan dan lastig zijn om snel het uitgavenpatroon aan te passen aan de nieuwe inkomenssituatie.