Overheden experimenteren volop met de grote hoeveelheden persoonsgegevens die ze tot hun beschikking hebben. Profileringssystemen voor allerhande doelen schieten als paddenstoelen uit de grond. De toepassing van het Systeem Risico Indicatie is een lichtend voorbeeld van hoe het niet moet.
‘Er zijn tegenwoordig tal van agentschappen van de Staat waaraan het parlement ongetwijfeld om deugdelijke redenen de bevoegdheid heeft gegeven om informatie en documenten van de burger te verkrijgen. Als deze informatie niet aan anderen wordt meegedeeld maar enkel bekend is bij, en gebruikt wordt door het bureau met de wettelijke bevoegdheid, wordt er geen grote schade aangericht. Maar als de informatie die de politie, de Belastingdienst, de bureaus voor sociale zekerheid, de gezondheidszorg en andere instanties hebben verzameld, in één bestand zou worden bijeengebracht, zou de vrijheid van het individu ernstig in gevaar komen.’
Bovenstaande uitspraak dateert van lang voor de intrede van grootschalige geautomatiseerde informatiesystemen. De vicevoorzitter van het Engelse hooggerechtshof Baron Browne-Wilkinson toonde zich in 1991 al bewust van het gevaar van gecentraliseerde bureaucratische overheidsmacht en het belang van vertrouwelijkheid binnen en tussen verschillende overheidsburelen.
Het vonnis waar het citaat uit afkomstig is, verbood de eisende partij in een fraudezaak documenten uit een strafrechtelijk dossier te gebruiken als bewijsmateriaal. Deze informatie was namelijk verkregen voor strafrechtelijke doeleinden. Het feit dat de politie over dit materiaal beschikte, betekende niet dat andere partijen het vrijelijk konden gebruiken.