De bestrijding van armoede en schulden krijgt ook in Europees verband aandacht. Het is een van de speerpunten van de EU 2020 strategie. UWV verkende in hoeverre andere landen de aanpak van schulden verweven in de re-integratie. Als er al sprake is van een integrale aanpak, dan is vaak amper bekend wat het effect is.
Uitkeringsgerechtigden hebben vaker schulden dan mensen zonder uitkering (Westhof 2015). Dit geldt zowel voor mensen met een UWV-uitkering als voor bijstandsgerechtigden. Bovendien maken beide groepen gemiddeld langer gebruik van de uitkering dan uitkeringsgerechtigden zonder schulden (UWV 2015, Jungmann e.a. 2011). Het gegeven dat ze gemiddeld langer gebruik maken van een uitkering, lijkt toe te schrijven aan de belemmerende werking die uitgaat van een schuldenproblematiek (Guiaux e.a. 2015). In de eerste plaats levert het accepteren van werk financieel vaak nauwelijks iets op. Eventuele extra inkomsten gaan doorgaans direct naar de schuldeisers terwijl werk ook kosten met zich mee kan brengen zoals vervoer, kleding, gereedschap, et cetera. Dit zet schuldenaren niet altijd aan om zich tot het uiterste in te spannen. Voor sommige schuldeisers is het een reden om niet mee te werken aan een schuldregeling met kwijtschelding voor mensen zonder werk (Jungmann e.a. 2014). Een tweede belemmerende factor is het gegeven dat veel werkgevers niet zitten te wachten op mensen met financiële problematiek. Het kost de loonadministratie veel tijd om beslagen op het inkomen te verwerken en mensen met financiële problemen functioneren slechter op de werkvloer (Madern e.a. 2012). Gemiddeld zijn ze negen dagen vaker ziek dan werknemers zonder financiële problemen. De verleiding om een tijdelijk contract niet te verlengen of na twee maanden proeftijd de aanstelling op te zeggen is dan groot. En de werknemer valt terug in de uitkering.