Voor veel huishoudens in Europa vormt een bijstandsuitkering een belangrijk vangnet tegen armoede. Het belang van bijstandsuitkeringen is de laatste jaren bovendien toegenomen, omdat werknemersverzekeringen in de afgelopen decennia zijn versoberd en de werkloosheid tijdens de financiële crisis flink is gestegen. Nieuw onderzoek laat echter zien dat ook bijstandsuitkeringen in veel landen zijn versoberd.
Internationaal vergelijkend wetenschappelijk onderzoek naar de ontwikkelingen in sociale zekerheid is veelal toegespitst op werkloosheidsuitkeringen en pensioenen. Veel minder aandacht is uitgegaan naar bijstandsuitkeringen. Om de ontwikkelingen in bijstandsuitkeringen te vergelijken tussen landen en door de tijd hebben Wang en Van Vliet (2016a) een nieuwe indicator geconstrueerd, de netto vervangingsratio, voor 33 landen en voor de periode 1990-2009.1 De netto vervangingsratio geeft het netto inkomen weer in een situatie van bijstand ten opzichte van een netto gemiddeld inkomen uit arbeid. Het netto inkomen betreft het inkomen na belastingen en toeslagen. Hierbij zijn incidentele (lokale) toeslagen, zoals de bijzondere bijstand, buiten beschouwing gelaten. Verder wordt de huurtoeslag niet meegenomen.2 Een netto vervangingsratio bestond al wel voor werkloosheidsuitkeringen en pensioenen, maar nog niet voor de bijstand.3
De resultaten
Figuur 1 laat de ontwikkelingen zien van de netto vervangingsratio voor 26 OESO-landen tussen 1990 en 2009. De vervangingsratio is berekend voor verschillende huishoudenstypes. In Figuur 1 worden gemiddelden gepresenteerd van vervangingsratio’s van drie huishoudenstypes: een alleenstaande, een eenoudergezin met twee kinderen en een huishouden met twee volwassenen en twee kinderen.