In Arnhem hebben bewoners sinds kort grote invloed op de besteding van hun wijkbudget. Door de sturing in de wijk te leggen, hoopt de gemeente op actieve burgerparticipatie. Voor dit soort nieuwe, sociale innovatieprojecten is geld beschikbaar vanuit het Europese subsidieprogramma INTERREG NWE.
Na een verplichte bezuiniging van twintig procent op het budget in het sociale domein én het einde van het Vogelaartijdperk, besloot gemeente Arnhem om de succesvolle wijkaanpak hoe dan ook te continueren. Samen met de bewoners en de woningcorporaties. Meer inbreng vanuit de bewoners en meer vraaggestuurd werken werden het doel van een reorganisatie. Daarbij moesten de indicatoren voor welzijn en cohesie van burgers gelijk blijven, of liever nog omhoog. Jan Jans, programmamanager wijken bij gemeente Arnhem: ‘Meer groenonderhoud, behoefte aan een nieuwe speeltuin, maatschappelijk vastgoed in eigen beheer? Dat kunnen bewoners zelf aangeven. In een pilotproject in twee wijken werden ambtenaren letterlijk in de wijk ingezet. De pilotfase is inmiddels voorbij en we rollen de aanpak nu over de hele stad uit.’
Openbreken
Arnhem is nu opgedeeld in acht gebieden. Doordat ambtenaren ín de wijken werken, krijgt de gemeente veel beter zicht op wat inwoners daadwerkelijk belangrijk vinden in hun eigen woon- en leefomgeving. ‘Zij vormen de wederzijdse verbinding tussen bewoners en gemeente’, vertelt Jans. ‘Wijken hebben zelf invloed op alle wijkbudgetten, op het gebied van onder meer welzijn, onderwijs en openbaar groen. Wat er stedelijk moet gebeuren, zoals bereikbaarheid, energie en water wordt op stadsniveau bepaald. Er zijn grote verschillen tussen de beleving van inwoners en wat de gemeente dacht dat nodig of wenselijk was. Bijvoorbeeld de inrichting van het buurtcentrum of de openbare ruimte. Bestaande contracten met aanbieders van diensten kunnen op last van de bewoners opengebroken worden en het aanbod van algemene voorzieningen gewijzigd en afgestemd op wat bewoners écht willen. Daarnaast hebben zij zelf veel opgepakt of overgenomen. Dat heeft een positief effect op het aantal betrokken inwoners. Dat zien we ook terug in de reacties die we krijgen. In een grote enquête gaf 75 procent aan positief te zijn over de aanpak.’