Onlangs verscheen de eerste CBS-rapportage van het onderzoek: ‘Van opvang naar integratie: cohortstudie van recente asielmigranten’ over asielmigranten die in 2014, 2015 en de eerste helft van 2016 naar Nederland zijn gekomen. In deze publicatie belichten we één van de variabelen uit deze cohortstudie: de (gemeente van) huisvesting van vergunninghouders.
Nederland krijgt vanaf 2014 te maken met een toename van het aantal asielzoekers uit onder andere Syrië en Eritrea. Gelet op de situatie in het land van herkomst, krijgt een groot deel van deze groep een verblijfsvergunning. Zij vestigen zich voor langere tijd in Nederland.
Deze hoge asielinstroom doet denken aan de asielinstroom in de jaren negentig van de vorige eeuw, toen veel asielzoekers uit voormalig Joegoslavië, Irak en Afghanistan naar Nederland kwamen. Onderzoek onder asielmigranten uit de jaren negentig laat zien dat integratie in de Nederlandse samenleving niet vlekkeloos verloopt: vijftien jaar na aankomst in Nederland is de arbeidsparticipatie lager dan die van personen met een Nederlandse achtergrond en de afhankelijkheid van een bijstandsuitkering is hoger (Engbersen et al; 2015). Tegelijkertijd is de onderwijspositie van jonge vluchtelingen die in de jaren negentig naar Nederland kwamen en ook die van de tweede generatie, beter dan die van andere Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond (Maliepaard, M., Witkamp, B. & Jennissen, R.; 2017).
De ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Veiligheid en Justitie (V&J), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hebben het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd om de komende jaren in kaart te brengen hoe het de asielmigranten vergaat die sinds 2014 in Nederland zijn aangekomen op terreinen als de asielprocedure, arbeidsmarkt, sociale zekerheid, onderwijs en criminaliteit. Het onderzoek heeft als doel inzicht te geven in de eerste periode van asielzoekers in Nederland, waarin asielzoekers al dan niet een vergunning krijgen en hun eventuele gezinsleden laten overkomen. Een tweede doel van het onderzoek is te monitoren hoe het de vergunninghouders vergaat bij hun integratie in de Nederlandse samenleving.