Ondanks de bloeiende economie is er een grote groep zzp’ers met schulden. Die krijgen slechts mondjesmaat toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. Werk aan de winkel dus voor gemeenten. Wat kunnen zij doen om de situatie voor ondernemers met schulden te verbeteren?
Hoewel de economie groeit, is het aantal zelfstandige ondernemers met geldproblemen in 2018 eerst toegenomen en in het tweede kwartaal slechts licht gedaald, zo laten cijfers van het Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK) zien.1 De vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK) meldt dat zij zich toenemend zorgen maakt om zzp’ers met schulden. Tegelijkertijd is de toegang voor zelfstandigen tot schuldhulpverlening in veel gemeenten nog steeds zeer beperkt geregeld en moeten zij bovendien vaak zelf een groot deel van de kosten dragen voor deze dienstverlening. Het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) wordt vaak als dé oplossing gezien, maar voldoet in veel gevallen niet. Uitbreiding van dienstverlening aan zelfstandigen met financiële problemen is hard nodig om te voorkomen dat zij onnodig hun bedrijf moeten beëindigen. Uiteindelijk is dit ook in het belang van gemeenten, omdat die hiermee kunnen besparen op de kosten van bijstandsuitkeringen.
Hoofdmanieren
Grofweg zijn er voor zelfstandig ondernemers twee hoofdmanieren om eventuele schulden te saneren, die vergelijkbaar zijn met de opties die er zijn voor particulieren. De ene manier loopt via de Bbz en betreft een bedrijfssaneringskrediet en de andere is schuldbemiddeling. Deze laatste vorm noemt de NVVK een ‘spaarsanering’, ter onderscheid met de schuldbemiddeling voor particulieren.