De Centrale Raad van Beroep deed onlangs een uitspraak1 over de Wajong, in combinatie met een aantal bepalingen uit de Faillissementswet. Dit was in verband met de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. De uitspraak roept de nodige vragen op: Wat is de reikwijdte van de uitspraak? En welk wettelijk regime staat voorop, het recht op uitkering of de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling?1
De Centrale Raad van beroep grijpt hiervoor terug op een arrest van de Hoge Raad van 17 juni 2011.2 De uitspraak heeft ook buiten de wereld van de Wajong de nodige gevolgen voor het recht op verrekening. Onder de Participatiewet (Pw) is immers een gelijksoortig regime van toepassing. Daarnaast biedt de uitspraak de nodige helderheid in de wereld van de schuldhulpverlening.
Wat speelt er?
Het UWV heeft aan een belanghebbende sinds 1 juli 1999 een Wajonguitkering toegekend, met ingang van 1 januari 2010 omgezet naar de Wet werk en arbeidsondersteuning jongegehandicapten. Belanghebbende heeft echter ook problematische schulden die het noodzakelijk maken om aan de rechtbank te vragen het wettelijke regime van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) van toepassing te verklaren. Het UWV blijkt ook schuldeiser te zijn van belanghebbende. De schuld bestaat uit een stuk ten onrechte ontvangen uitkering alsmede een bestuurlijke boete. In de overwegingen van de uitspraak is terug te vinden dat het UWV bij besluit van 14 oktober 2010 melding maakt van een beslaglegging en dat zij zelf overgaat tot verrekening. Een bijzonder detail omdat als regel heeft te gelden dat verrekening voor beslag gaat. Het doet dan ook de vraag opkomen wat hier eerder aan de orde was: beslaglegging, of verrekening na beslaglegging. De situatie is klaarblijkelijk met de minnelijke regeling, die als min of meer verplichte voorprocedure heeft te gelden voor de WSNP, niet op te lossen. De rechtbank gaat mee met het verzoek voor een wettelijk traject en verklaart met ingang van 24 januari 2011 de WSNP van toepassing. De belanghebbende verzoekt het UWV te stoppen met verrekenen en de ten onrechte ingehouden bedragen over te maken op de boedelrekening (van de WSNP-bewindvoerder) maar die weigert dat vervolgens om te doen.