Zelfrijdende auto’s, 3D-printers, computers met steeds grotere rekenkracht en steden verbonden met internet. Het zijn slechts enkele voorbeelden van technologische ontwikkelingen die maatschappelijke transformaties op gang brengen. Nieuwe technologie roept tal van vragen op, maar we zullen het toch vooral moeten omarmen. Ook op de arbeidsmarkt.
Wat is de rol van technologie voor het aantal banen? Is er nog wel betaald werk voor iedereen en hoe zien de banen van de toekomst eruit? Het zijn een aantal vragen die centraal staan in recente rapporten van de adviesorganen Rathenau Instituut, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en de Sociaal Economische Raad. Want dat de wereld verandert staat vast. Volgens verschillende deskundigen bevinden we ons in een tweede machinetijdperk, of vierde industriële revolutie, waarbij we na een periode van automatisering van fysieke arbeidsvermogens via processen van digitalisering en robotisering ook steeds vaker onze cognitieve arbeidsvermogens kunnen automatiseren. Hierdoor kan (gelukkig) veel fysiek zwaar en monotoon routinematig werk uit handen worden genomen. Maar deze ontwikkelingen worden niet door iedereen omarmd. Technologische ontwikkeling maakt veel mensen onzeker over de toekomst. Zo zijn er mensen die de huidige digitale revolutie beschouwen als een ontwikkeling die niet is te vergelijken met eerdere fasen van technologische verandering. Auteurs zoals Silicon Valley-ondernemer Martin Ford vrezen zelfs een periode van structurele technologische werkloosheid en ook demissionair minister Asscher sprak zijn zorgen uit over de mogelijkheid van baanloze economische groei en het ontstaan van zogenaamd ‘platformkapitalisme’. Want als er al betaalde banen overblijven wijzen recente voorspellingen erop dat arbeid vooral zal bestaan uit lossere arbeidsrelaties, waarbij werk steeds vaker op afroep en met de nodige inkomensonzekerheid plaatsvindt, ook wel de gig economy genoemd (zie SCP 2016). Denk in dit verband aan taxidienst Uber, maaltijdbezorger Deliveroo of aan schoonmaakplatform Helpling. Al deze discussies laten zich feitelijk in een breder vraagstuk plaatsen: wat zijn de banen, werkzaamheden en arbeidsrelaties van de toekomst?
Banenmotor
Nieuwe technologie wordt in ons land vaak in verband gebracht met het verdwijnen van werk. Er zijn inderdaad voorbeelden te vinden van beroepen die langzaam maar zeker verdwijnen. Zo zijn veel kraanwerkers in de Rotterdamse haven verdwenen, staan veel economisch-administratieve beroepen in de financiële sector onder druk en in een breder perspectief gaat het wat de werkgelegenheids- en inkomensontwikkeling betreft minder goed met de middenklasse (zie Dekker & Van der Veen 2017). Toch moeten we de baanvernietigende kracht van nieuwe technologie niet overschatten. Ook in het verleden hebben samenlevingen grote technologische transformaties doorgemaakt en is er (net als nu) gezocht naar nieuwe manieren om nieuwe technologie in te passen in het leven. De OECD (2016) rekende vorig jaar uit dat ‘slechts’ een relatief klein deel van de totale werkgelegenheid in 21 Europese landen voor vervanging door machines in aanmerking komt (9%), en recent internationaal bronnenmateriaal laat zelfs zien dat er gemiddeld genomen eerder sprake is van baancreatie in plaats van baanvernietiging (IFR 2017). Eigenlijk is dit ook niet zo verwonderlijk. Nieuwe technologie is vaak goed in staat om bepaalde taken uit banen te vervangen, maar het is aanzienlijk lastiger om complete banen te automatiseren. Daarnaast zijn we door gebruik te maken van nieuwe technologie in staat om efficiënter te produceren, dalen de prijzen en neemt de consumentenvraag en dus werkgelegenheid toe. Voorbeelden van banen die ontstaan onder invloed van technologische ontwikkeling zijn app-bouwers, dronebestuurders, data-analisten, 3D-designers, technische beroepen rondom het slimmer omgaan met energie tot en met de bezorgers van online boodschappendiensten. Bovendien zijn bedrijven door een toegenomen concurrentiekracht in staat om werk terug te halen uit lagelonenlanden (‘reshoring’). Een recent voorbeeld van technologie als banenmotor is gek genoeg afkomstig van Amazon. Naast de wereldwijde inzet van inmiddels meer dan honderduizend robots verscheen dit najaar het bericht dat Amazon op grote schaal op zoek is naar nieuw personeel. Inmiddels zijn er tachtigduizend nieuwe werknemers aangenomen als robot-operator of als magazijnmedewerker, aangezien veel robots nog steeds niet goed in staat zijn om alle handmatige taken naar behoren uit te voeren.