In de Overall rapportage sociaal domein 2015 constateert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) opvallend grote regionale verschillen in het gebruik van voorzieningen. Platform31 ging samen met provinciale kennisinstellingen op zoek naar verklaringen voor het hoge gebruik in vier krimpregio’s.
Sinds de decentralisaties in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het organiseren van voorzieningen uit de Wmo, Jeugdwet en de Participatiewet.1 Zelfs na statistische correctie voor demografische en sociaaleconomische verschillen, scoren Zuid-Limburg, Noordoost Groningen, Noordoost Friesland en Oost-Drenthe erg hoog op het gebruik van sociaal domeinvoorzieningen (zie afbeelding 1). Ook de Algemene Rekenkamer wees al op dergelijke verschillen, in de studie Regionale verschillen in de langdurige zorg (2015).
Platform31 ging in een verkennend onderzoek in deze vier COROP-regio’s2 op zoek naar de verklaringen. In nauwe samenwerking met de provinciale kennisinstellingen3 is eind 2016 in elke regio een rondetafelgesprek gehouden met lokale beleidsmakers, vertegenwoordigers van uitvoeringsorganisaties en andere relevante experts. De resultaten zijn beschreven in het rapport Regionale verschillen geduid.4