Op 30 juni 2017 heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het onderzoek ‘Oorzaken en triggerfactoren moslimdiscriminatie in Nederland’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Het onderzoek is verricht door het Verwey-Jonker Instituut.
In de afgelopen jaren zijn diverse onderzoeken gepubliceerd waaruit blijkt dat veel moslims in Nederland ervaringen hebben met discriminatie. Ook bleek uit onderzoek in 2015 naar triggerfactoren voor antisemitisme dat een aanzienlijk aantal niet-islamitische jongeren zegt niet positief te denken over moslims in Nederland. Dit zijn zorgelijke uitkomsten. In het kader van de aanpak van moslimdiscriminatie heeft de minister dan ook in 2016 opdracht gegeven om onderzoek te doen naar mogelijke oorzaken van negatieve beeldvorming onder jongeren over moslims in Nederland en triggerfactoren die bijdragen aan moslimdiscriminatie door jongeren.
Het onderzoek heeft een kwalitatieve insteek. Dit wil zeggen dat niet zozeer de omvang van moslimdiscriminatie in ons land is onderzocht maar vooral welke factoren bijdragen aan discriminatie van moslims. Er is een vooronderzoek uitgevoerd onder jongeren met diepte-interviews en aanvullend vragenlijstonderzoek om beter zicht te krijgen in de beelden en ideeën die jongeren over moslims hebben. Vervolgens is een online enquête uitgevoerd onder 3.792 jongeren in de leeftijdscategorie 12 tot en met 23 jaar. Daarna zijn twee focusgroepen met (ervarings)deskundigen georganiseerd, onder wie leerkrachten, jeugdwerkers, vertegenwoordigers van migrantenorganisaties en experts op het gebied van (moslim)discriminatie.