Wat weten we over de effectiviteit van arbeidsmarktbeleid in verschillende landen? Wanneer is deze toepasbaar voor het ontwerp van nieuw actief arbeidsmarktbeleid en welke rol hebben klantmanagers daarbij te vervullen? En wat valt er te leren van recent uitgevoerde veldexperimenten? Deze vragen stonden centraal op een internationale conferentie, op 15 februari bij het Ministerie van SZW.
Tijdens de recente crisisjaren speelde het beleid zich af tegen de achtergrond van een oplopende werkloosheid en lagere overheidsbudgetten. Middelen voor scholing, bemiddeling en loonkostensubsidies moeten sindsdien bewuster ingezet worden, bij voorkeur ‘evidence- based’. Directeur-Generaal (DG) Sociale Zekerheid Bernard ter Haar pleitte in het openingswoord voor meer multidisciplinair onderzoek en meer gebruik van experimenten als onderzoeksmethode. Belangrijk bij dat laatste is dat die experimenten ook voldoende ruimte bevatten om tot zinvolle beleidsconclusies te komen. Ter Haar verwees daarbij naar de lessen van de Commissie Dijsselbloem, die in 2008 een parlementair onderzoek naar onderwijsvernieuwingen afrondde en daarin harde conclusies trok over het gevoerde beleid en de gebrekkige basis waar dat vaak op rustte. Dijsselbloem pleitte daarom voor beleid dat veel meer gebaseerd is op wetenschappelijk bewijs en ervaring in de praktijk. Deze aanbevelingen gelden net zo goed voor het actief arbeidsmarktbeleid dat in het verleden vaak meer bepaald werd door overtuigingen dan door bewijs.
Pierre Koning van de Universiteit Leiden en de VU Amsterdam ging in op het aanbesteden van re-integratie aan private partijen en de gemengde resultaten die dat oplevert. Uit onderzoek blijkt dat een dergelijke aanbesteding, mits goed vormgegeven, tot verhoogde effectiviteit kan leiden in het geval van werklozen. Voor arbeidsgehandicapten gaat dat echter niet op, daar lijkt private aanbesteding alleen te leiden tot ‘cream-skimming’, het afromen van het bestand door eerst de best plaatsbare arbeidsgehandicapten naar werk te begeleiden. Bovendien staan of vallen de positieve effecten bij werklozen met de adequate inzet en betrokkenheid van de klantmanagers bij UWV en gemeenten, zo nodig als aanvulling op het werk van re-integratiebureaus. Dat leidt tot de vraag of het verhogen van vaardigheden van die klantmanagers niet een efficiëntere manier is om de effectiviteit van re-integratie te verhogen dan het privaat aanbesteden.
Voor arbeidsgehandicapten lijkt private aanbesteding alleen te leiden tot ‘cream-skimming’, het afromen van het bestand.