Het is een probleem dat al jaren speelt, maar de laatste tijd met steeds meer nadruk: de onveiligheid van de openbare ruimte. De gebruikelijke reactie is ‘meer blauw op straat’. In deze publicatie laat Philip Krabbendam zien dat we ook een andere, meer productieve weg kunnen bewandelen. Geheel in de geest van de Wmo.
In onze eigen straat kunnen we ons thuis voelen. In de openbare gebieden ligt dat anders. Daar voelen we ons misschien vrij, maar deze vrijheid heeft een prijs. Want wat kunnen we allemaal verwachten van de vele onbekenden die hier ons pad kruisen? De openbare ruimte lijkt onveilig.
Maar dat hoeft niet zo te zijn. In zijn proefschrift ‘De warme stad’ (2002) laat Thaddeus Müller zien hoe ‘terloopse contacten’ ervoor kunnen zorgen dat we ons in de openbaarheid thuis voelen, en veilig. Interessante aanknopingspunten voor Wmo-beleidsmedewerkers, immers: het bevorderen van veiligheid en leefbaarheid is een dringende opgave. Bij ‘terloopse contacten’ maken we een praatje met een onbekende om dan weer onze weg te vervolgen. Op grond van meerdere terloopse contacten kunnen we ons een beeld vormen van wie er zoal in onze stad of ons dorp wonen. Dit is ook de conclusie van Talja Blokland in haar essay ‘Ontmoeten doet ertoe’ uit 2008. Door de kleine ontmoetingen in de gebouwde omgeving kunnen we anderen beter plaatsen en gaan we erbij horen. Daardoor raken we thuis in de openbare ruimte. Zo kunnen ‘praatjes’ ons meer op ons gemak stellen dan ‘meer blauw op straat’, bewakingscamera’s, private surveillancediensten en een streng ‘lik op stuk beleid’. Want daarmee besteden we de oordeelsvorming uit aan derden, waardoor we nog steeds niet weten wat we kunnen verwachten van al die onbekenden in de openbare ruimte. Met surveillance en strenge regels wordt misschien voorkomen dat er iets mis gaat, maar intussen blijven we geïsoleerd.
Daarom kunnen we de kosten voor deze controlemaatregelen beter besteden aan voorzieningen die onze terloopse contacten bevorderen. Dat is een investering die verder gaat dan preventie: dat is investeren in voorzieningen die bijdragen aan de kwaliteit van het leven in onze dorpen en steden.