Met de transitie van de AWBZ naar de Wmo kregen gemeenten meer verantwoordelijkheden voor de maatschappelijke ondersteuning aan mensen met psychische en/of psychosociale kwetsbaarheden. In deze bijdrage geven we een overzicht van ontwikkelingen en benoemen we een aantal aandachtspunten en mogelijkheden voor de realisering van een sluitende ‘gemeentelijke ggz’.
In januari 2015 werd de Wmo 2007 vervangen door een nieuwe wet: de Wmo 2015. In dit kader ging een deel van de AWBZ-middelen over naar het Gemeentefonds en zijn verantwoordelijkheden gedecentraliseerd. Met deze transitie zijn gemeenten verantwoordelijk voor het faciliteren van passende ondersteuning waarmee mensen in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden, ofwel zelfredzaamheid. Zij zijn bovendien verantwoordelijk voor het ondersteunen van de deelname van mensen met een beperking aan het maatschappelijk verkeer in hun regio, ofwel participatie. Door de transitie is het domein van de geestelijke gezondheidszorg aan het schuiven geraakt. Het bewerkstelligen van een sluitend aanbod van ambulante begeleiding, beschermd wonen, cliëntondersteuning en dagbesteding voor mensen met psychische en/of psychosociale problemen is nu een taak geworden van de gemeente.1
Verbindingen
De veranderingen in het domein van de ggz kenmerken zich niet alleen door wisselingen in financieringsstructuur. Het centraal stellen van de doelen zelfredzaamheid en participatie, zoals dat in de Wmo gebeurt, vraagt tevens om een transformatie van het aanbod; om ander gedrag van burgers en professionals en een andere wijze van samenwerking tussen alle betrokkenen inclusief de gemeente (Transitiebureau, 20122). Uitgangspunt van de Wmo is dat het contact tussen burger en overheid dichterbij de burger wordt georganiseerd, zodat de ondersteuning beter en meer op maat kan worden geboden. De eigen kracht van de burger en zijn netwerk komen meer centraal te staan, met oog voor wat iemand zelf kan. De beoogde zorg is kwalitatief hoogwaardig, toegankelijk, meer flexibel en daarmee in staat in te spelen op persoonlijke omstandigheden en lokale ontwikkelingen. Door verbindingen met welzijn, wonen, schuldhulpverlening, jeugdzorg, onderwijs en het lokale werkgelegenheidsbeleid dienen ondersteuningsbehoeften van burgers integraal en efficiënt te worden bediend (Movisie, 20153).