De Landelijke Armoedecoalitie is onlangs door het Nibud bijgepraat over de effecten van het kabinetsbeleid op het inkomen van diverse groepen. Dat was wel nodig omdat het ondoenlijk is om die uitkomsten zelf te berekenen. Als je de cijfers op een rijtje ziet dan praten we, zoals dat in sportkantines wordt omschreven, over ‘klein bier’. Wie schiet er nu eigenlijk wat mee op? Zeker als vanuit het perspectief van armoede en schulden wordt gekeken dan moeten we helaas vaststellen dat het weinig soelaas zal bieden voor mensen die dagelijks met de problematiek van armoede te maken hebben.
Door: Jan van Leijenhorst, voorzitter Landelijke Armoedecoalitie
Op de Internationale dag voor de uitroeiing van armoede - 17 oktober - maken mensen wereldwijd een vuist tegen armoede en uitsluiting. Dat gebeurt ook in Nederland, in steden en dorpen, in de Randstad en op het platteland, want armoede is overal. Precies op die dag wordt in de Tweede Kamer het debat gevoerd over armoede en schulden.
Het kabinet stelt in het regeerprogramma dat het werk wil maken van het herstellen van vertrouwen, zekerheid wil bieden, oog heeft voor de menselijke maat en volop erkent dat het huidige stelsel ontoereikend is. Daar zijn we als Armoedecoalitie blij mee. Het kabinet geeft aan de basis voor het inkomen goed te willen regelen, zodat mensen niet afhankelijk zijn van gemeentelijke minimaregelingen. Daarmee in tegenspraak handhaaft het kabinet tegelijkertijd de status quo met de door haar voorgenomen maatregelen. Het aantal mensen in armoede zal hierdoor niet of nauwelijks afnemen, zie de doorrekening van het Centraal Plan Bureau. Voor de vele mensen die op of onder de armoedegrens leven verbetert er bijna niets omdat de investeringen grotendeels teniet gedaan worden door kostenstijgingen. Ook de koopkrachtberekeningen van het Nibud laten zien dat, ondanks lichte koopkrachtstijgingen, de aangekondigde maatregelen weinig verschil brengen in de portemonnee van huishoudens met lage(re) inkomens.
De armoedecoalitie heeft drie grote zorgen; op de eerste plaats geven cijfers van het CBS aan dat het aantal mensen met problematische schulden stijgt. 726.000 mensen verkeren in die positie. Het aantal mensen dat de zorgverzekeringspremie niet meer kan betalen stijgt en tot slot zien wij niet dat er structureel een verbetering in het verschiet ligt. Het kabinet haalt eigenlijk de voet van het gaspedaal rond bestaanszekerheid. Dat betekent dat het voor de betrokkenen en de financiële hulpverleners dweilen met de kraan open blijft. Terwijl een eigen rapport van de rijksoverheid klinkklaar laat zien dat schulden de maatschappij minstens 8,5 miljard euro per jaar kosten (IBO 2024).
Wij hebben de Kamerleden opgeroepen een aantal maatregelen te nemen met als belangrijkste stap het onverkort uitvoeren van de adviezen van de Commissie Sociaal Minimum (2023) en het zo spoedig mogelijk uitvoeren van de adviezen uit het IBO-rapport (2024). Dat zet echt zoden aan de dijk. Daarnaast blijkt uit een evaluatie in Utrecht dat het afschaffen van de kostendelersnorm positieve resultaten heeft. Het leidt tot veel minder geldstress, voorkomt dakloosheid en grijs wonen en maakt omzien naar elkaar beter mogelijk. Belangrijk punt vormen de woonlasten en dat vraagt ook aandacht. Er zijn in de corporatiesector goede stappen gezet om de betaalbaarheid van het huren te verbeteren. De maximale huurverhoging voor 2025 lijkt echter door met name de kostenverhogingen, uit te gaan komen op 6,1%. Dat is voor veel mensen, na de hoge huurverhoging van dit jaar van maximaal 5,6%, een grote zorg. Daarom roepen wij partijen op om goede afspraken te maken bij de herijking van de prestatieafspraken om te komen tot een matiging in de jaarlijkse huurverhoging.
Wanneer aan deze punten passende invulling wordt gegeven kunnen we in plaats van ‘klein bier’ het hebben over echt positieve effecten voor een grote groep mensen.
Huilend van blijdschap belde Elizabeth (22) haar moeder op. Haar schuld van 56.000 euro was eindelijk opgelost door een jongerencoach, gespecialiseerd in hulp bij schulden. De coach helpt haar haar woning te behouden, vraagt noodfondsen aan, zorgt ervoor dat ze weer zorgtoeslag ontvangt als ze –ten onrechte– geen nieuwe bankrekening kan openen. Bij de Belastingdienst pleit hij met succes voor een regeling voor haar schuld