Afgelopen 2 december verscheen in het NRC een artikel over schuldhulpverlening waarin stevige uitspraken worden gedaan. Het systeem is inefficiënt, mensen vinden de weg naar hulpverlening te laat of helemaal niet, trajecten duren te lang en zijn te streng, lokale politiek speelt een te grote rol in het gemeentelijk aanbod, commerciële bureaus handelen ten koste van cliënten vanwege financiële drijfveren en bij bewindvoering spelen perverse prikkels een rol om mensen langer dan noodzakelijk onder bewind te houden.
Schuldenproblematiek
De daarop volgende opwinding was voorspelbaar en aandoenlijk. Van alle beroepsgroepen klom men in de pen om te verkondigen dat het allemaal wel meeviel, dat ze onterecht de zwarte piet (mag ik dat nog zeggen?) toegeschoven kregen, dat er ook heel veel goed ging, dat ze juist een belangrijke bijdrage leverden aan het oplossen van de schuldenproblematiek, dat ze zich bijna als crimineel bestempeld voelden, et cetera.
Natuurlijk waren velen het roerend met de apologeten eens. Meestal omdat ze eenzelfde professie uitoefenden. Straatjes werden driftig schoongeveegd en posities met verve verdedigd. Alsof ze door de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag verhoord werden.
Na een paar dagen kalmeerde het. De klucht bloedde dood. Jan Klaassen en Katrijn hadden het volk met hun poppenkast vermaakt. De standpunten waren bevestigd, de tegenstellingen versterkt en de uiterst wankele status quo hersteld alsof er niets was gebeurd. Iedereen trok zich tevreden terug in de echoput van eigen gelijk.
Fundamenteel mis
Verbijsterend. Want er is natuurlijk wel van alles fundamenteel mis met de schuldenindustrie. De branche, die niet alleen bestaat uit de incasserende en de hulpverlenende kant, maar ook de adviserende, detacherende en opleidingskant, hangt van politieke en financiële belangen aan elkaar. Met alle gevolgen van dien. Want laten we wel wezen: van marktwerking is een overheidstaak zelden beter geworden. Die sliert aan voorbeelden hoeft hier niet genoemd te worden, die kennen we allemaal. Maar dat is nauwelijks bespreekbaar. Want te veel gevoelige tenen, zoveel ego’s, verdeel en heers en navelstarende monopolies.
Dat vele hulpverleners hun stinkende best doen, daar gaat het niet om. Dat is geweldig, maar niet de kwestie. Wanneer zo’n artikel verschijnt als nu in de NRC, wordt er voornamelijk gereageerd door uitvoerders of vertegenwoordigers van koepelorganisaties en instellingen die zich persoonlijk aangesproken voelen. Dat is jammer – en in het geval van koepelorganisaties beschamend – want daarmee sneeuwt het onderliggende onderwerp onder en mag de vinger niet op de zere plek gelegd worden. Waardoor de zwerende wond onbehandeld blijft.
Onverantwoord laag bestaansminimum
Ook de nieuwste moties, wetsvoorstellen en (semi)particuliere ideeën – nog meer pleisters – gaan de ontsteking niet verhelpen. Alle erudiete oplossingen en wetenschappelijke onderzoeken ten spijt, blijft de basale oorzaak bestaan: het ontbreken van solide bestaanszekerheid. Schulden en armoede zijn een symptoom van een onverantwoord laag bestaansminimum. Ook in tijden van hoogconjunctuur raken honderdduizenden in diepe financiële problemen, omdat ze (langdurig) in armoede leven. Niet uit luiheid of onwil, maar omdat er geen verbetering mogelijk is.
In de ogen en het beleid van de staat is deze grote groep mensen maatschappelijk irrelevant en lastig. Ze hebben hun eigen ellende veroorzaakt en moeten er maar op eigen kracht uitkomen of op de blaren zitten. De zestiende eeuwse, diep gewortelde Calvinistische grondtoon die hierin nog altijd doorklinkt (ongeacht een Angelsaksisch, Rijnlands of Scandinavisch model) blijkt onuitroeibaar.
Bovendien: het systeem kan zichzelf niet opheffen. Het heeft ook geen zin het te vervangen door een ander stelsel. Wat er ten grondslag ligt aan de ziekmakende structuur, blijft bestaan: het elementair gebrek aan verbinding met de nood en behoefte van ieder mens afzonderlijk. Het is ons individuele voelen, denken en handelen dat aan structurele revisie toe is. Een nieuw beginsel, dat uitgaat van uitreiken en afstemmen, in plaats van voorschrijven en straffen.
Dat uit zich ook in de zorg voor bestaanszekerheid. Voor breed welzijn. In verbinding. En ja: liefde.
Maarten Bergman, Zelfstandig trainer en adviseur schuldhulpverlening Coördinator AdministratieMaatje bij de Vrijwillige Hulpdienst Eindhoven