Noodopvang Ter Apel in Leiden

Als diaconaal centrum coördineren we tijdelijke noodopvang voor enkele mensen uit Ter Apel. Dit doen we samen met meerdere kerken in Leiden.

Aanleiding

Al sinds het begin van de zomer slapen honderden mensen buiten in Ter Apel. De opvangcapaciteit blijft ontoereikend. Na een landelijke noodoproep hebben wij als Bakkerij een oproep gestuurd aan ons lokale netwerk: Wij kunnen nu niet wegkijken van wat er gebeurt in Ter Apel. We kunnen als kerken hulp bieden! 

In de praktijk

Na onze oproep kwam er van Rooms-Katholieke zijde een aanbod: een kerk stond leeg vanwege toekomstige renovatie. In eerste instantie wilden we, afhankelijk van de nood, een groep opvangen die het ‘het meest nodig had’. Bijvoorbeeld een groep mannen. Maar in de praktijk bleek: De nood van de dag bepaalt wie het het meest nodig heeft. Terwijl wij de kerk nog aan het inrichten waren met bedden en vrijwilligers aan het werven waren, kwam er een telefoontje: de noodopvang van Gouda ging dicht. Tientallen gezinnen zouden die nacht in Ter Apel buiten moeten slapen onder herfstige omstandigheden. Hieraan konden we niet voorbij gaan.

Concreet betekende het dat we op stel en sprong begonnen en twee gezinnen van vijf mensen ontvingen. Met veel sociale media aandacht lukte het om de eerste dagen al 24 uur per dag vrijwilligers te regelen voor de noodzakelijke aanwezigheid en begeleiding.

Kerk in Leiden gebruikt als asielopvang
Kerk in Leiden wordt gebruikt als opvang voor asielzoekers

Samenwerking

Vooraf wisten we dat het goed was om de noodopvang te melden bij de brandweer, politie en overheid. Na de melding bij de gemeentelijke instanties bleef het stil. De gemeente zegde toe mee te helpen waar nodig, maar dit resulteerde niet in concrete hulp, behalve twee kliko-bakken. Sterker nog: het resulteerde in meer verordeningen, richtlijnen en afschuiven van de verantwoordelijkheid naar ons: Dit is jullie privé initiatief als kerken. Naar de pers reageerde de burgemeester echter alsof al deze extra opvang als verantwoordelijkheid en zorg op hun schouders neerkwam, terwijl dit in de praktijk dus absoluut niet is[1]. Na een prikkelende oproep op Twitter aan politieke partijen en wethouders om mee te draaien kregen we twee reacties: niet om mee te doen, maar om op bezoek te komen. Hiervoor hebben we vriendelijk bedankt.

In de praktijk merk je dat concrete hulp sneller en eerder uit het maatschappelijk veld, van buurtbewoners en van lokale kerkgemeenschappen komt dan overheden. Zo kwam Stichting Present met een groep vrijwilligers helpen inrichten. Regelden we kamerschermen via het Rode Kruis en stelde de Voedselbank meteen pakketten beschikbaar. Via ons eigen diaconale netwerk zaten we binnen enkele dagen op 30 vrijwilligers, waaronder huisartsen, vertalers en hulpverleners, via ons lokale netwerk.

Leerpunten

De hulp en opvang is zeer ad hoc tot stand gekomen. Dat is ook de kracht van ons diaconaal centrum: Snel reageren, een organisatie en praktische hulp optuigen is voor ons bekend terrein. Om dit gezamenlijk met kerken op te pakken vraagt meer afstemming, overleg en geduld. Voordat een kerkelijk bestuur ‘akkoord’ geeft, gaan er soms kostbare dagen voorbij. We proberen daarin een midden te vinden. Een voordeel van onze coördinatie is dat kerken sneller ja zeggen vanwege onze knowhow met hulp aan kwetsbaren en dat we met backoffice, coördinatie en communicatie hen de lastige dingen uit handen kunnen nemen. De kerk levert dan de locatie, de praktische ondersteuning en druppelsgewijs gaan ook steeds meer ‘eigen’ vrijwilligers meedoen.

Advies aan andere steden zou zijn: Houd de coördinatie centraal, kies één organisatie met een groot netwerk. Geef daarna of daarnaast zoveel mogelijk praktische organisatie uit handen. De ‘satelliet’ plekken kunnen dan meeliften met de kennis, voorbereiding en ervaring van de andere plekken. Wij focussen ons met de coördinatie op Bed-Bad-Brood. De lokale gemeenschap zorgt dan voor de rest: kleding, taalles, speelgoed, samen koken etc. Dat is ook waar veel vrijwilligers op af komen: om te helpen of ‘iets te doen’.

Het lastige is wel: Waarom vereist de gemeente op deze plekken 24 uur per dag ‘aanwezigheid’ van vrijwilligers? De opgevangen mensen willen het liefst zelfstandig hun dagelijks leven leiden, vrijwilligers voelen zich ongemakkelijk. Dit vergt ook verwachtingsmanagement aan vrijwilligers.

Waar we in beginsel op hoopten: een ‘zwaan-kleef-aan’ effect, lijkt in de praktijk ook te werken. Zodra één schaap over de dam is, volgen er meer. We hebben nu na een week opvang een groep van 50 vrijwilligers, twee locaties open en in potentie een paar nieuwe, kleinschalige locaties in de pijplijn.

Stad van Vluchtelingen?

Zoals ik hierboven schreef is er nauwelijks contact, hulp, ondersteuning of input geweest van of met de burgerlijke gemeente of overheden, behalve dat wij hen geïnformeerd hebben. En dat we via de pers moeten vernemen van de burgemeester dat dit onze privé verantwoordelijkheid is. Gezien het feit dat wij opvang bieden waar de overheid te kort schiet, en zij zelfs door rechterlijke uitspraak erop gewezen is deze opvang ‘inhumaan’ en ontoereikend te verzorgen, is dit uitermate frappant. En weer een mooi voorbeeld van ‘ontoereikend zijn’.

Maar laat ik voorzichtig zijn. Wellicht zijn ze achter de schermen druk aan het vergaderen en ermee bezig. In de tussentijd doen wij wat nodig is: Concrete hulp bieden en helpen waar geen helper is.

Judith van den Berg-Meelis, coördinator Diaconaal Centrum De Bakkerij Leiden


[1]    In een interview met Sleutelstad zei burgemeester Lenferink: Er is 7 keer 24 uur begeleiding nodig, gedurende een langere tijd. En dat legt ook weer druk op de zorgkant én op een heleboel andere zaken waar je als gemeente verantwoordelijk voor bent. https://sleutelstad.nl/2022/10/10/gesprek-met-burgemeester-lenferink-leidens-ontzet-energiecrisis-vluchtelingen-en-corona/

Ook interessant om te lezen:

Er zijn geen berichten gevonden

Inloggen


Sluit venster