Versterking rechtsbescherming burger bij huisbezoeken
Recentelijk verscheen het preadvies van de jonge VAR [1] 2020 van de Vereniging voor bestuursrecht, met als titel ‘Experimenten in het bestuursrecht’ [2]. Een van de adviezen betreft de invoering van een bestuursrechtelijke rechter-commissaris voor de Participatiewet, die bij een huisbezoek vooraf toetst of dat wel proportioneel en rechtmatig is. Een prikkelende gedachte.
DOOR Gjalt Schippers
Deze gedachte komt van mr. C.H.R. Mattheussens en verdient mijns inziens een serieuze beschouwing. Temeer nu de wetgever met een heroverweging bezig is over de wijze waarop de regelgeving van de Participatiewet in de praktijk uitwerkt. Dit in de slipstream van de Kinderopvangtoeslagaffaire. Zijn de Pw-regels niet te rigide? Bevat de Pw wellicht eisen waar menig burger domweg niet aan kan voldoen? Grijpt de overheid door middel van de Participatiewet niet te ver in op de persoonlijke levenssfeer van de burger? Brengt het grondwettelijk recht op bijstand niet ook met zich mee dat daar waar de overheid, omwille van de uitvoering van de wet, noodzakelijkerwijs een inbreuk moet kunnen maken op de persoonlijke levenssfeer van de burger, die burger juist extra bescherming verdient? Deze bescherming zou volgens Mattheussens dus geboden kunnen worden in de vorm van de invoering van een bestuursrechtelijke rechter-commissaris die bij een huisbezoek vooraf toetst of de te maken inbreuk op het huisrecht van de belanghebbende wel proportioneel en rechtmatig is.
